(…) Het is boeiend om te zien hoe Paul Nellens het water, met of zonder verf, werkelijk laat stromen en vloeien en spatten op het papier. De pigmenten hun eigen weg laat gaan en kleur en niet-kleur zich formeert.
Toch, als je goed kijkt, is Paul als en dirigent. Hij bepaalt de plaats en de intensiteit. Hij bepaalt de rustperiodes, de witte partijen en de open ruimtes.
De voorstellingen hebben enerzijds een heftigheid die mee voortkomt uit deze werkwijze, maar anderzijds een uitstraling van rust, van sereniteit.
Het is de ruimtelijkheid, de suggestie van ruimte die rust geeft.
Maar er is meer. Deze ervaring van “ruimte” – in de ruimste zin van het woord – wordt gedragen door het lichtspel.
Soms is licht zacht, soms is het uitbundig of juist schaars, soms verstrooid, dan weer gericht. Het is dit licht dat je als toeschouwer doet ademhalen en je de mogelijkheid geeft de beelden in je op te nemen.
Het lijkt wel of het visueel herkenbare beeld steeds minder belangrijk wordt en het beeld meer en meer een drager wordt van innerlijke emoties (…)
Elsbeth Veerman over Paul Nellens,
openingswoord tentoonstelling januari 2003